Water uit de bron
Lees Johannes 4:1-30; 39-42
Net als bij Nicodémus begrijpt ook de Samaritaanse vrouw in eerste instantie niet waar de Heer het over heeft. Paulus zou later zeggen dat deze dingen alleen geestelijk te verstaan zijn. Ook hier gebruikt de Heer een beeld uit het dagelijkse leven. Hier in Samaria gebeurt geen wonder of teken, maar toch komt er iemand tot geloof.
Samaritanen waren een “bastaardenvolk”, in die zin dat Israëlieten zich vermengd hadden met heidense volkeren. Ze werden door de joden gehaat, omdat ze niet raszuiver waren. Toch is de Heer hier twee dagen. Er is de persoonlijke ontmoeting met een vrouw die andere heren diende dan die ze zou moeten dienen. Hierbij is ze een beeld van ieder mens van nature. De Heer spreekt haar aan. Legt uit dat Hij water heeft dat de eeuwige dorst lest en dan gaat de vrouw vertellen van haar ontmoeting met Hem. Waar het hart vol van is, daar stroomt de mond van over.
Sommigen vinden het moeilijk om over hun geloof te praten. Anderen hebben het over een “persoonlijk geloof” of “ieder zijn eigen geloof”. De Heer zegt: “Die in Mij gelooft, gelijkerwijze de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien”. Dat gebeurde bij de Samaritaanse vrouw. De Heer stoorde zich niet aan de slechte afkomst van de vrouw, niet aan haar losbandig leven. De Heer stoorde zich niet aan de culturele gewoontes van zijn volk om Samaritanen uit de weg te gaan. En Hij stoorde zich niet aan de voorgeschreven omgangsvormen tussen mannen en vrouwen.
De Heer was vrij van allerlei menselijke filosofieën. Hij had een zuiver doel voor ogen: redding van deze zondaar. Als wij dezelfde zuivere doelen hebben tot bepaalde mensen, moeten wij ons niet af laten leiden door menselijk denken. In de aanwijzingen dat hier geen wonderen gebeurt en dat de Heer twee dagen in Samaria blijft, leest de goede verstaander dat de vrouw in deze geschiedenis in het bijzonder een type is van de Gemeente uit de heidenen.
0 reacties:
Een reactie posten