dinsdag 15 mei 2012

De Tarwe Korrel

Gepost door woorden van leven op dinsdag, mei 15, 2012

Brood wordt over het algemeen gemaakt van tarwe. De tarwekorrel komt het vaakst voor in de Bijbel. De gelijkenis van de tarwe en het onkruid bijvoorbeeld. Het Wekenfeest onder Israël en het Offer van de Eerstelingengarf was vanwege de tarweoogst.

De Bijbelse Ruth komt in contact met Boaz, omdat ze als weduwe werkt op zijn akkers in de oogsttijd.

De tarwekorrel is een korrel in de vorm van je mond.      
Het heeft een beginpunt en een eindpunt. De Here Jezus zegt in Joh.12:24,25:

Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zoo blijft het alleen; maar indien het sterft, zoo brengt het veel vrucht voort. Die zijn leven liefheeft, zal het verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren tot het eeuwige leven.

Hij wist welke weg Hij moest gaan. Hij moest de dood ingaan, om eeuwig leven te verkrijgen en uit te kunnen delen. Omdat heel de schepping over Christus spreekt, vind je de symbolische betekenis van de tarwekorrel als je weet welke waarheid i.v.m. Christus daarin wordt uitgebeeld.

De tarwekorrel heeft een beginpunt en een eindpunt, zoals Jezus als mens Zijn begin had in Bethlehem en Zijn eindpunt op Golgotha. Toen Hij gestorven was, brak als het ware de tarwekorrel open en een nieuw tarweplantje ontkiemde.

Zo is het met elke mens. Elk mens moet sterven met Christus om ook met Hem op te staan uit de dood. Dat gebeurt in het Evangelie. Wie gelooft dat Jezus Gods Redder is, wordt door God ééngemaakt met Hem in dood en opstanding. Hierdoor wordt een zondaar een rechtvaardige. 


Het Hebreeuwse woord voor tarwe is chitah, het Hebreeuwse woord voor zondaar is chattah en zondigen is chaatah. De Hebreeuwse taal is op zich een schepping van God.

De woorden die in de Hebreeuwse Bijbel met de ח (= ch- 8e letter chèth) en ט (= th – 9e letter thèt) gevormd worden, hebben allemaal met deze waarheid te maken.

Chaatav is omhakken en choter is rijsje of takje. Er zou immers een rijsje voortkomen uit de omgehouwen tronk van Isaï.

De zondaar moet sterven oftewel zijn leven afleggen om Christus en het eeuwige leven te verkrijgen. Sinds Christus’ komst is eeuwig leven al beschikbaar en hebben wij het door geloof al mogen ontvangen.

Daarom zie je in het hele proces van tarwekorrel tot brood steeds weer beelden van dood en opstanding terugkeren. Anders gezegd: Het proces van heiligmaking, wat God aan ons begonnen is toen wij wedergeboren werden, zal doorgaan. Telkens weer moeten wij ook in de praktijk leren om onze “oude ik” af te leggen en Christus aan te doen.

Steeds meer van Zijn visie overnemen en keuzes maken in het belang van die Nieuwe Schepping, waar we al toe behoren. Dat is dood en opstanding toepassen in de praktijk.

De tarwehalmen worden eerst gemaaid. Ook weer een beeld van sterven. Vervolgens wordt het gedorst om de strohalmen en het koren van elkaar te scheiden. Dit gebeurde bijvoorbeeld door alles op een stuk harde grond neer te leggen en erop te slaan met stokken. Slaan is ook een beeld van het sterven van de oude mens in de zin van bestraffen. Zoals opvoeden of kastijding met straffen en belonen gaat. (Zie Hebr.12:6-11)

Daarna kwam het wannen. Het kaf of vlies van de aren moest nog gescheiden worden van de tarwekorrel. Dit gebeurde door alles op te gooien met een vork. Het kaf werd door de wind weggeblazen, omdat het lichter was en het koren viel op de grond. En daarna werd het geschud in een grote zeef (ziften) om de laatste stukjes kaf kwijt te raken.

De wind is een beeld van de Heilige Geest, die door Zijn werking de oude mens wegblaast. Wanneer wij steeds meer nieuw leven ontvangen, wordt die oude mens minder, neemt af in kracht en invloed. Zo verdwijnt onze oude mens. God zift het uit door de werking van het Nieuwe Verbond. Dat is Zijn middel.

Zo worden wijzelf en al wat wij tot eer van God hebben gedaan, bewaard, zoals graan in potten in de schuur. De rest wordt voor eeuwig weggedaan.

Ook bij het maken van een brood vind je deze beelden opnieuw. Graankorrels moeten worden gemalen (=dood), er wordt water aan het meel toegevoegd (=levende Woord van God) en tot deeg gekneed (=pijniging, verdrukking) en gebakken door vuur (=oordeel), opdat het tot voedsel kan dienen.

De Here Jezus zegt Zelf: Ik ben het Brood des Levens.

Hij werd geboren in Bethlehem (broodhuis) en gelegd in een voederbak.

Ook bij de Levitische offers uit het Oude Testament vinden we een spijsoffer van gebakken koeken of meel, wat aan de Heere God werd aangeboden als welriekend offer.

Het schuld- en zondoffer uit die reeks waren niet welriekend, maar de drie andere voorgeschreven offers waren aangenaam voor God. Lijden en sterven van Jezus was een verplicht dienstwerk, waarbij God de Here Jezus moest verlaten. Maar Wie Hij werd in de opstanding en wat Hij daarna voor God betekent, is aangenaam en een goede geur.

De spijsoffers van Lev. 2 bevatten steeds ook olie. Ze moesten met olie gemengd worden. Olie is in de Bijbel altijd een beeld van de Heilige Geest.

Zo moet de wedergeboren mens de Heilige Geest verder toelaten in zijn leven om voor God aangenaam te zijn. Dan is ons leven een aangename offerande.

Het spijsoffer moest met zout worden gezout, omdat zout een beeld is van het Woord van God, die zijn werking in ons doet. Zout gaat het bederf tegen, omdat het Woord van God ook in de praktijk ons geloofsleven bewaart en onderhoudt.

Geen honing mocht in het spijsoffer gebruikt worden, want honing is een beeld van datgene,
wat God aan de mens geeft. Een product waar de mens geen werk aan gedaan heeft, omdat bijen het gebruiksklaar voor mensen produceren.

Ook honing is een beeld van het Woord van God, maar dan van de beloften en hemelse zegeningen, die het Woord aan ons openbaart.

Geen zuurdesem (=gist = deeg van de vorige dag, waarin bederf is) mocht in het spijsoffer zijn, want zuurdesem staat model voor de macht van de zonde, die alles opblaast en luchtig maakt, maar geen werkelijke inhoud geeft. De oproep van 1 Kor.5 is dan ook dat we beseffen dat we als christenen “ongezuurd” zijn, vrijgemaakt van de zonde en een nieuwe schepping in Christus.

Het enige spijsoffer, dat wel zuurdesem moest bevatten, is het offer van de twee beweegbroden op het Wekenfeest (Lev.23) waarbij uitgebeeld wordt dat de Gemeente, bestaande uit joden en heidenen in de hand van Christus (priester) bewogen wordt voor het aangezicht van God. Het zuurdesem spreekt over ons als gelovigen, die nu nog zondig vlees hebben, maar desondanks levend gemaakt (bewogen) zijn door Christus.

Het Ongezuurde Brood van het Avondmaal vergelijkt Paulus met het Lichaam van Christus,

waarin veel leden zijn. Vele gemalen tarwekorrels vormen samen één brood.

Zo zijn wij samen met andere gelovigen deelachtig aan dat éne Lichaam van Christus.

Het brood dat wij breken, is dat niet eene gemeenschap des lichaams van Christus?

Want één brood is het, zoo zijn wij velen één lichaam, dewijl wij allen ééns broods deelachtig zijn. 1 Kor.10:17


Er zijn nog veel meer Schriftplaatsen te vinden, waar over tarwe of brood gesproken wordt en kun je eindeloos doorgaan. Want het Woord van God bevat ongelofelijk veel rijkdom, door de vele verbanden, die je erin kunt ontdekken.

Dat een ieder voor zich, en samen, het werk van heiliging, wat de Heer aan ons wil doen, zult herkennen. Dit gaat door moeite en verdrukking heen. Het kan niet anders. Maar wat telt is het resultaat,  dat als God je leven uit de oven haalt, dat het mag blijken een welriekend gebak voor Hem te zijn.

Zuivert dan den ouden zuurdeesem uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus.
Zoo dan laat ons feest houden, niet in den ouden zuurdeesem, noch in den zuurdeesem der kwaadheid en der boosheid, maar in de ongezuurde brooden der oprechtheid en der waarheid. 1Kor.5:7,8


RECEPT voor ONGEZUURD
BROOD


Ingrediënten                                                 Benodigdheden:

                                                                    
500 gram tarwebloem                                  Rond cakeblik met een

1 theelepel zout                                           doorsnede van 20 cm                       

1 groot ei of 2 kleine

100 ml olijfolie

± 200 ml lauwwarm water

                                                                   
Verwarm de oven voor op 75 graden.

                                                                    
Meng alle ingrediënten in een grote kom en kneed het tot deeg.

Voeg het water beetje bij beetje toe tot je een deeg krijgt, dat niet te droog en niet te plakkerig is. Is het te droog nog een beetje water extra, is het te kleverig nog een beetje bloem.


Vet het cakeblik in.

Doe het deeg in het cakeblik en zet het in de oven en schakel de oven nu naar 175 graden.
Na een half uur is het brood gaar.

Als je het uit de oven haalt, kun je het even snel onder een druppelende kraan door halen, dan krijg je een mooi bruin kleurtje aan de bovenkant.


Laat het afkoelen en klaar is je ongezuurd brood.


Let op: Je moet wel tarwebloem gebruiken, anders wordt je brood zo hard als steen.




handtekening

0 reacties:

 

Woorden van Leven Copyright © 2011 Woorden van Leven Blog is Designed by MMDesigns Inspired by BTemplates