Oh ja, natuurlijk, het kerstverhaal wordt voorgedragen uit de Bijbel, maar wordt de Schrift ook uitgelegd? Meestal is dat laatste niet het geval.
Boven dit artikel staat een bekende zinsnede uit één van de meest gezongen kerstliederen. Vaak wordt het gezongen zonder te beseffen wat de betekenis is van de uitdrukking “Davids Zoon”. Rondom de geboorte van de Here Jezus, maar ook later in Zijn leven, wordt er in de Bijbel gewezen op het feit dat de Here Jezus uit het huis en het geslacht van David is. Maar wat betekent het dat Hij de Zoon van David is?
Een belangrijke uitspraak hierover vinden we in Luc. 1:32-33:
Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.
En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn.
De Here Jezus zou koning zijn over Israel in eeuwigheid. Waarom? Omdat de Here Jezus de Zoon (=erfgenaam) van David is. De Here Jezus was niet zomaar iemand, maar de Here Jezus was van Koninklijke bloede en zo stond Hij blijkbaar ook bekend, want er waren er velen die Hem aanspraken met “Gij Zone Davids”.
Dit sluit precies aan bij wat tot David, de koning van Israel, gezegd was zo’n 1000 jaar voor de geboorte van de Here Jezus, namelijk:
2 Sam 7:12-13
Wanneer uw dagen zullen vervuld zijn, en gij met uw vaderen zult ontslapen zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit uw lijf voortkomen zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen.
Die zal Mijn Naam een huis bouwen; en Ik zal den stoel zijns koninkrijks bevestigen tot in eeuwigheid.
Wie zou er een eeuwig koninkrijk hebben? De Zoon van David , en dat blijkt uiteindelijk te zijn, de Here Jezus Christus.
Lang verwacht?
Zoals het lied suggereert heeft men lang moeten wachten op de Zoon van David, maar toen de Here Jezus geboren werd in die zogeheten “Stille Nacht”, toen was daar de langverwachte Zoon van David. Maar we zijn nu zo’n 2000 jaar verder en nog steeds moet deze vraag op ieders lippen braden:”Als de Here Jezus de Zoon van David is, waar is dan Zijn Koninkrijk over Israel?”, “Waarom zit Hij niet op de troon in Jeruzalem?”. Want dat is wat verwacht mocht worden.
Hoewel Hij koning zou zijn over Israel, was het juist Zijn eigen volk dat Hem verworpen heeft en zei:”Wij willen niet dat Deze over ons Koning zij!”
Toen de Here Jezus opgestaan was uit de dood liepen de discipelen dus al met deze vraag rond:
Hand. 1:6b
Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israel het Koninkrijk wederoprichten?
Wat er gebeurde is dat het Koninkrijk wel opgericht werd, maar niet in het openbaar. De Heer trok zich terug, Hij ging naar de hemel en bevindt zich tot op de dag van vandaag daar nog. Hij verbergt zich namelijk voor een ongelovige wereld, een wereld die Hem verworpen heeft.
Jezus Christus doet in onze dagen een werk in het verborgene. Hij openbaart zich niet in of aan de wereld, maar Hij verzamelt zich uit alle volkeren een volk voor Zijn Naam, om pas daarna de vervallen hut van David weder op te richten (Hand. 15:16).
Feitelijk is het nog steeds wachten op de komst van de Zoon van David, hoewel Hij in het verleden reeds gekomen is. Hij heeft zichzelf namelijk tot op heden nog niet gemanifesteerd als Koning, als Zoon van David, hoewel Hij deze rechten heeft. Na Zijn opstanding zei Hij immers: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”.
Vrede op aarde?
Een kindje in een kribbe is natuurlijk een aandoenlijk plaatje, maar laten we wel beseffen dat het een koninklijk kind was, en dat het een Man is geworden, dat Hij stierf voor onze zonden, dat Hij opstond uit de dood en zo nieuw leven en een nieuwe schepping tot stand bracht. Anderzijds liet Hij de wereld na Zijn opstanding in duisternis achter, maar er komt een tijd dat Hij zijn troonsrechten op zal eisen (Ps. 2:8), dat Hij zal komen als de Zoon van David, dat Hij zal heersen over Israel en over de volkeren. Dat alle volkeren zullen opgaan naar Jeruzalem om daar de Koning te aanbidden (Zach. 14:16). Dan zal het werkelijk vrede zijn, als de Vredevorst gekomen is.
Het kerstfeest van vandaag proclameert:”Vrede op aarde”, maar het wordt pas vrede op aarde, als de Vredevorst zal gekomen zijn. Of hebt u nooit gelezen dat de Heer zei:”Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde (Mt 10:34a)”.
0 reacties:
Een reactie posten